Hoe meer wapens in een land, hoe groter de kans dat een conflict tot geweld leidt. Dat geldt zowel voor grote oorlogen als voor conflicten tussen bevolkingsgroepen of individuele burgers. Maar met handel in wapens kan veel geld verdient worden, en sommige politici (en soms ook vakbonden) zien wapenproductie als een goede manier om werkgelegenheid te creëren.
Het ontwikkelen van hoogtechnologische wapens wordt gepresenteerd als een bijdrage aan de kenniseconomie, waardoor gebruik kan worden gemaakt van stimuleringsfondsen. Daarbij wordt vaak gewezen op civiele ‘spinn-off’ zoals het internet of teflon. Maar dat zijn niet om niets voorbeelden van 40 jaar geleden: tegenwoordig levert de civiele industrie vooral kennis aan de militaire industrie en niet andersom. Om markten voor nieuwe wapens te vinden worden wapenbeurzen en handelsreizen georganiseerd, gefaciliteerd door de overheid. Alsof wapens gewone producten zijn in plaats van producten die het risico op geweld vergroten.
Stop Wapenhandel is een kleine organisatie die de geweldsspiraal van wapenproductie-wapenexportoorlog wil doorbreken. We willen wapenhandel zo veel mogelijk beperken en Europese landen hebben daarin een grote verantwoordelijkheid: de Europese Unie is de tweede wapenexporteur ter wereld (na de VS, die veruit de grootste is). Ook Nederland staat al jaren in de top-tien van grote wapenexporteurs; ons land exporteert vooral marinetechnologie en onderdelen van gevechtsvliegtuigen. We pleiten voor strenge regels en controle op wapenexport. Er moet een verbod komen op wapenexport naar mensenrechtenschenders, conflictregio’s en landen die zich voor militaire aankopen diep in de schulden steken. Overheid en financiële instellingen moeten wapenexport en wapenindustrie niet financieren.
Stop Wapenhandel doet veel onderzoek om feiten en cijfers over wapenhandel boven tafel te krijgen. We proberen het beleid te veranderen met campagnes en acties, en soms lukt dat. Zo heeft Nederland de export van militaire goederen naar Saoedi-Arabië stopgezet vanwege de oorlog in Jemen. En er geldt een ‘aangescherpt exportbeleid’ voor wapens naar Turkije, vanwege de Turkse inval in noord-Syrië, de aanvallen op de Koerdische bevolking en de militaire betrokkenheid bij de oorlog in Libië. Maar er wordt vaak de hand gelicht met het wapenexportbeleid. Deze zomer ontdekten we dat via de Rotterdams haven ruim 10 miljoen kogelpatronen uit Tsjechië naar Turkije zijn getransporteerd. Munitie die bedoeld is om de oorlogsvoorraad aan te vullen en die direct kan worden ingezet in het conflict. We namen contact op met parlementsleden en met een bevriende Tsjechische vredesorganisatie, en inmiddels zijn er zowel in Nederland als in Tsjechië Kamervragen gesteld over deze levering. In de hoop vooral, dat het in de toekomst voorkomen kan worden.
Stop Wapenhandel heeft een heel beperkt budget, we krijgen geen overheidssubsidie en moeten het vooral hebben van donaties. De wapenindustrie daarentegen is rijk en machtig en heeft direct toegang tot de hoogste beleidsmakers. Zowel in Nederland als bij de Europese Unie in Brussel wordt gelobbyd om de regels voor wapenexportvergunningen te versoepelen. Binnen de Europese Commissie is veel bereidheid om naar die lobby te luisteren. Eurocommissaris Breton van Binnenlandse Handel heeft als speciale opdracht het stimuleren van de Europese wapenindustrie. Er zijn de afgelopen drie jaar verschillende Europese financieringsstromen in het leven geroepen waaruit wapenbedrijven geld kunnen krijgen om nieuwe wapensystemen te ontwikkelen. Het idee is dat de Europese wapenindustrie daardoor efficiënter en concurrerender wordt op de internationale wapenmarkt. Dit geld komt bovenop al bestaande bewapeningsuitgaven en leidt vooral tot een verschuiving van civiel onderzoek naar militair onderzoek.
De coronacrisis heeft ook de wapenindustrie in zwaar weer gebracht. Wapenbedrijven maken zich zorgen over hun afzet. Immers, de pandemie heeft overduidelijk gemaakt dat veiligheid afhangt van goede zorg en van samenwerking tussen mensen en landen. Wapens dragen niets bij. Wapenbedrijven en hoge militairen vrezen nu dat de coronacrisis zal leiden tot lagere defensiebudgetten en minder wapenaankopen. In veel Europese landen, ook in Nederland, wordt daarom hard gelobbyd om de belangen veilig te stellen. Midden in de corona-lockdown, terwijl de media met heel
andere dingen bezig waren, is in Nederland een wet aangenomen om de financiering voor wapenaankopen voor 15 jaar vast te leggen. Dan kunnen toekomstige regeringen en parlementen niet meer bepalen dat ze andere prioriteiten willen stellen. Hoeveel geld er in het ‘Defensiematerieelbegrotingsfonds’ moet komen is nog niet vastgelegd.
Het is bizar dat in de huidige onzekere economische situatie geld voor wapenaankopen wordt gereserveerd, terwijl zorg, cultuur en onderwijs achteraan moeten sluiten. Stop Wapenhandel wil in elk geval voorkomen dat in het ‘Defensiematerieelbegrotingsfonds’ een groot bedrag wordt vastgelegd. Om bekendheid aan dit onverantwoord beleid te geven en draagvlak voor protest te creëren zijn we een petitie gestart. We roepen regering en parlement op om geen grote bedragen aan nieuwe wapens uit te geven. In de economische crisis die op ons af komt moeten we de steun heel zorgvuldig verdelen: de wapenindustrie moet zeker niet vooraan staan. Teken de petitie en deel hem met anderen! We hebben uw hulp nodig om de wapenindustrie te stoppen.
Wendela de Vries